Monday 23 June 2008

Sunday 22 June 2008

Thursday 12 June 2008

Compilation day


Two days left before they wipe the systems. All files will be deleted. A good reason for me to start backing up files.
I stumbled upon the video-clips I took during this year while in iMovie.
Let's make something out of it! I thought
So here you go, a compilation of the clips I made this year.
Enjoy!

Tuesday 3 June 2008

Welcome back, pack!



On a wonderful night, coming home from a long day's work, came as a great surprise a combo of 3 packages by mail.
The smallest envelope held my new bank-card.
The bigger one was the original version of "le scaphandre et le papillon". Very excited, as I've been waiting to analyze it!
And the last package was a huge box, with (I already knew) my backpack that was stolen in Germany.

As I had already asked the info clerk by email, there wasn't anything of value left in the except my passport.
They couldn't just send the passport though, they would have to send the entire backpack back in a huge box.
It cost me 40 euros, by god, but a new passport would cost double.
So I still checked the inside of the bag and in a way I'm happy with what was inside.
Funny that some things a thief doesn't care about can make you have so many memories...

Monday 2 June 2008

Meneer Sietsma

Dhr. A.J. Sietsma Senior. Iedereen kent hem wel van gezicht in onze buurt. Een grappige kop met een alpinopetje op in koude tijden. Hij kwam vaak eten in ons restaurant. Dan kreeg hij een tafeltje voor zichzelf. Hij bestelde óf een beetje bami met groenten (tjap tjoy) óf een nasi met 1 stokje saté. Nooit teveel, want er moest nog een plek overblijven voor de vanille-ijs mét slagroom. Dat hoefden we eigenlijk nooit te vragen. Ik heb vaak het ijsje voor meneer Sietsma klaargemaakt. De laatste tijd heb ik hem niet meer gezien.

Hoe ik er precies achter ben gekomen weet ik niet meer, maar meneer Sietsma hield van fotografie. Dus in mijn tijd als ober heb ik hem wel eens mijn iPod gegeven om te kijken naar mijn foto’s. Niet veel mensen schonken aandacht aan hem, maar nu was hij het middelpunt van de belangstelling. Een oude man kijkt met plezier foto’s op een iPod.

Ik heb een keer gevraagd aan meneer Sietsma of ik hem mocht fotograferen. “Maar natuurlijk!” in zijn beschaafde jofele toon. Ik baal ervan dat ik de foto’s met een erg trage sluitertijd heb genomen. Als commentaar gaf hij ook toen ik ze liet zien dat ze technisch niet goed waren. Maar er zat er wel één bij die hij aan z’n zus wilde laten zien, voor hoe het met hem ging en hoe hij er nu uitzag.

De volgende keer dat hij langs was geweest had ik blijkbaar de fotografische vlam in hem aangewakkerd, want het bleek dat hij met zijn technische camera portretten heeft gemaakt van mijn moeder. Ik was toen niet aanwezig en heb genoegen moeten nemen met de gemaakte foto’s. Grappig dat die oude man interesse had in mijn moeder. Voor hem is ze natuurlijk nog zo jong als een mus.

De laatste keer dat ik meneer Sietsma heb gesproken is op donderdag 8 november vorig jaar. Ik wilde al een tijdje zien wat hij nou eigenlijk had gefotografeerd. Hij had al meerdere malen verteld dat zijn werk in het Oude Raadhuis hing. Wat eerder had ik geïnformeerd naar zijn aanwezigheid en werk. Dat bleek daar toen te hangen en hij zou elke donderdagmiddag een kopje koffie drinken met de buurtgenoten. Deze dag was ik er weer en hij zat er. Ik liep naar de tafel toe en vroeg over zijn fotografische interesse. Hij zei dat ik na het koffie-uurtje wel mee kon gaan naar zijn huis.

Op het tempo van zijn rollator liep ik al vragen stellend mee naar zijn huis. Het eerste stuk lopen was richting mijn oude basisschool. Hij bleek al bijna 90 jaar te zijn. En nog steeds te fotograferen. Ja, van mijn moeder wist ik wel, maar ik dacht dat het een uitzondering was.
We kwamen bij zijn huis, slechts 5 minuten van ons restaurant (halve minuut als ik het sprintend zou doen). Op zijn deur zag ik zijn naam: A.J. Sietsma Senior. Dus hij moest wel een zoon hebben. Dat durfde ik nooit te vragen. Wie wel? Misschien was hij wel zijn hele leven alleen geweest en met zo’n vraag had je hem er pijnlijk aan herinnerd.
Ik vroeg waar de A voor stond.
Arthur. Dat kon ook niet anders. Een naam die ik al kende. Een tijdloze, koninklijke naam. En Arthur Junior? Die woont gewoon in de buurt. En diens jongere broer woont in Utrecht. Ik vroeg nog of een van hen óók interesse in fotografie had, misschien zat het in de familie, maar dat bleek niet zo.
Toen ik de woonkamer instapte viel me op dat, naast het feit dat de man van een goede stooktemperatuur hield, er een fascinerende mate van orde op de keukentafel heerste.
De kerstkaarten, brieven en andere post lagen in nette stapeltjes naast elkaar.
Toen was het zover om zijn werk te bekijken. De man leidde me door een gang die opvallend kouder was. Een voorproefje van strak ingelijste foto’s met abstracte beelden en knappe vrouwen.
En toen kwamen we in de kamer met zijn werk. Op tafel lag een grote stapel dikke fotopakketten, ongeveer zo hoog als tien grote pizzadozen op elkaar. De foto’s waren allen omzoomd met een groot passe-partout, en van ieder jaar zat er slechts één tussen. Ik kon al snel afleiden dat het een hoop jaren zijn dat hij bezig is geweest.
De beelden waren stuk voor stuk perfect in technische uitvoering. Geen wonder dat hij commentaar gaf op mijn foto’s met te trage sluitertijd. Hij kwam uit een tijd dat mensen nog liefde, geduld en aandacht voor de foto’s hadden. Hij zegt voor Philips te hebben gewerkt als een leraar. En dat de fotografie meer een hobby is geweest. Meer een passie zou ik zeggen.

Van de foto’s die ik zag waren een hoop portretten van kunstenaressen. Beeldhouwsters om precies te zijn. Er hing ook een portret aan de muur van, naar het scheen, de secretaresse van Mahatma Gandhi. Ik twijfel daar niet aan. Een zeer tijdloos en elegant portret was het.
Wat ik ook niet zal vergeten is een zelfportret van de beste man in zijn jonge jaren. Hij was op een nudistenkamp op vakantie. Met de zeer herkenbare lach op zijn gezicht en zijn jongeheer in de volle zon kijkt hij je aan.
Het beste werk waren zijn foto’s van bomen. Hij hield van bomen. De bomen op zijn foto’s waren monumentaal, tijdloos en elegant. Zwart wit en op supergaaf papier. Deze man is als zijn bomen.

Bij het afscheid gaf de man nog een flyer mee voor de tentoonstelling die de fotoclub zou gaan houden. Dat zou in dezelfde buurt van mijn voormalige basisschool zijn: ’t Karregat. Ik ben samen met mijn zusje gegaan. De rollator die in de hoek lag moest van hem zijn, maar hem zelf kon ik niet vinden. We keken naar zijn werk. Ik herkende de techniek van collage die hij eerder had toegepast op zijn architectonische foto’s. En de omgevingen waar hij geweest zou moeten zijn. Niet zo ver uit de buurt. Tongelresestraat. Tja, met een rollator kom je ook niet ver. Ik keek heel anders naar die straat op dat moment.

Laatst meende ik meneer Sietsma nog te zien. Mijn vader was net klaar met bellen. We zaten in het restaurant op klaarlichte dag. Ik keek uit het raam en daar kwam een kleine blauwe auto langs rijden. Het kan niet veel anders of die man met dat bijna grijnzende gezicht was weer een paar kilometer per uur extra en een upgrade rijker geworden.